Vijf ontnuchterende feiten over de Nederlandse woningmarkt
Fabel 1: Woningen zijn onbetaalbaar
Feit: De woonquote voor huurders is tussen 2015 en 2021 gedaald van 35,4 naar 33,2 procent, blijkt uit het laatste Woononderzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Voor woningeigenaren is die gedaald van 26,2 naar 22,4 procent. Omdat Nederland relatief veel koopwoningen kent, waren de totale woonlasten in Nederland gemiddeld 23,9 procent van ons inkomen. Daarmee staat Nederland op de 23ste plaats van de 25 EU-landen. Wonen in Nederland is dus relatief goedkoop.
Fabel 2: Beleggers vragen woekerhuren
Feit: De gemiddelde huurprijs voor een appartement in de vrije sector lag volgens de laatste cijfers van de NVM in het eerste kwartaal van dit jaar op 15,81 euro per m2. Voor een gemiddeld appartement van 70 m2 betaal je 1.106 euro. Het merendeel van de huurwoningen in de vrije sector, ruim 70 procent, zijn middenhuurwoningen tot 1.100 euro huur. Dit aantal is gegroeid van 220.000 in 2012 naar 460.000 in 2021. Het aantal middenhuurwoningen is, zonder regulering, de afgelopen tien jaar dus verdubbeld.
Fabel 3: Wonen in de stad is onbetaalbaar
Feit: De huurquote in Amsterdam ligt op 34,6 procent, voor Utrecht op 32,7 en voor Rotterdam op 32,3. De gemiddelde huurquote ligt landelijk gezien op 25,6 procent. Huren is dus duurder, maar niet onbetaalbaar ten opzichte van het inkomen. Steden hebben ook relatief veel sociale huurwoningen. In Rotterdam is meer dan de helft van de woningvoorraad een sociale huurwoning. In Amsterdam is dat iets minder dan de helft.
Fabel 4: Beleggers zijn huisjesmelkers
Feit: Een deel van die fabel wordt al tegengesproken door bovenstaande feiten. Namelijk dat de meeste vrije sector huurwoningen in het middenhuursegment vallen. Daarnaast valt van de ruim 1 miljoen huurwoningen van beleggers de helft in het gereguleerde segment. Uit het Woononderzoek blijkt ook niet dat huisjesmelkers een grote plaag zijn in de stad. In de stedelijke gebieden is 80 tot 85 procent van de bewoners tevreden over zijn of haar woning. Wel zegt zo’n 23 procent van de huurders in de private sector last te hebben van schimmel en vocht. Maar dit aandeel daalt, en ligt bovendien lager dan bij corporaties (26 procent).
Fabel 5: Beleggers worden fiscaal ontzien
Feit: De belastingdruk op verhuren is tien maal zo hoog als op kopen: ruwweg 2 procent van de WOZ-waarde via de box 3-heffing voor huurders/verhuurders tegenover 0,2 procent via het eigenwoningforfait voor eigenaar-bewoners. Dit is nog los van de overdrachtsbelasting van 10,4 procent. Verhuurders worden dus al veel zwaarder belast dan eigenaar-bewoners.
Veel succes bij de familiediscussies over de woningmarkt straks bij de Kerstdis!
Bron:https://www.vastgoedmarkt.nl/187932/vijf-ontnuchterende-feiten-over-de-nederlandse-woningmarkt